Us Doarpshûs is nagenoeg alle dagen overdag en/of ’s avonds open. Er zijn twee beheerders in dienst. Daarnaast zijn circa 150 vrijwilligers regelmatig in actie om de exploitatie van Us Doarpshûs mogelijk te maken op een wijze zoals het dorp dat graag wil. De zogenaamde “Belgyske Ploech” zorgt er voor dat de grote zaal er pico bello bij staat wanneer er een feestavond is. Wekelijks is er een groep dames actief in één van de vier schoonmaakploegen. Dan zijn er nog de horeca-vrijwilligers, die tijdens grotere activiteiten het beheer bijstaan en op zaterdagmorgen en op minder drukke avonden de kantine beheren.
Uit Doarpswurk Nieuwsbrief juni 2018
Begin juni werd dorpshuis De Lytse Jonker in Jonkerslân officieel geopend. Een staaltje zelfwerkzaamheid en saamhorigheid met een prachtige ontmoetingsplek als resultaat.
Aan de lange tafel in de huiskamerzaal van dorpshuis De Lytse Jonker blikken ze terug: Lieneke de Jong van Plaatselijk Belang, Ruurd Haakma, coördinator van de verbouw en nu penningmeester van het dorpshuis en huidig dorpshuisvoorzitter Roelof Bos, bij de verbouwing nog bestuurslid van Plaatselijk Belang.
Subtiele verwijzingen in de inrichting van het dorpshuis herinneren aan de vorige bestemming: de basisschool De Lytse Jonker. Het begon met de sluiting van deze school in 2014, vertellen de drie. Het dorpshuis, aan de overkant van de straat, moest worden opgeknapt en de eerste plannen voor de verbouwing waren al klaar, toen iemand het idee opperde om het dorpshuis op de plek van de school te zetten. Volledige nieuwbouw bleek te hoog gegrepen, dus werden er plannen gemaakt voor verbouw van de oude school.
De gemeente stemde in met een gebouwenruil – het oude dorpshuis tegen de school die gemeentelijk eigendom was – en zorgde voor een vlotte fondswerving. Om de begroting van ruim 300.000 euro – meer dan 1000 euro per inwoner – rond te krijgen, was er echter ook veel eigen inbreng uit het dorp nodig. En die kwam er. Iedere zaterdag werd er gebouwd en daarnaast waren nog andere commissies actief met de inrichting en dergelijke. Om geld in te zamelen werden verschillende activiteiten opgezet, maar de grootste geldstroom – bijna 15.000 euro – kwam uit de tijdelijke winkel in Gorredijk die speciaal voor het dorpshuis was opgezet.
Wat is hun ‘geheim’ dat ze in een dorp met circa 280 inwoners op deze manier zo’n dorpshuis kunnen neerzetten? ‘Je moatte de minsken der by belûke’, zegt Lieneke de Jong. ‘Freegje wat se wolle en wêr’t se goed yn binne en gebrûk meitsje fan it fakmanskip yn it doarp.’ ‘Mei-inoar’, valt Ruurd Haakma haar bij. ‘Eltse sneon wienen we oan it wurk en tusken de middei wie der waarm iten foar de hiele ploech. En oan it ein fan de dei in neisit. It wienen hiele gesellige sneonen.’ Maar er moest natuurlijk ook gewerkt worden. Haakma had de algehele leiding en er werd samengewerkt met verschillende specialisten uit het dorp. ‘Ik moast earst wolris efkes ôftaaste wat minsken koenen en ek wolris wat bystjoere, mar it gong altyd hiel soepel.’
Bij de inrichting kregen ze hulp van leerlingen van D’Drive, de school voor Creatieve industrie & Pedagogisch werk van het Friesland College. Zij kwamen met een frisse blik en verrassende ideeën. Leerlingen van Nordwin College zijn betrokken bij het ‘buitengebeuren’. ‘It is ek goed om de jeugd derby te belûken, want eltsenien moat him thús fiele yn in doarpshûs.’ Bij de indeling en inrichting is rekening gehouden met de wensen van de verschillende gebruikers. Zo is de biljartzaal tevens de kleedruimte voor de toneelvereniging, die vanuit deze ruimte achter het podium kan komen. Centraal in het dorpshuis is de bar en de ‘huiskamer’ met grote bank, lange tafel en een pelletkachel.
Roelof Bos pakt een boek waarin de uren van de vrijwilligers zijn bijgehouden. Op 18 juni 2016 begon de sloop en daarna was er iedere zaterdag weer een groep bouwers paraat. De urenverantwoording gaat door tot 30 september 2017, toen werd het dorpshuis in gebruik genomen. Alleen al voor de bouw zijn er circa 6500 uren in gestoken. ‘Mar dit binne allinne mar de oeren fan de bouploech. Ik tink dat we al mei al wol op 20.000 oeren útkomme.’
Ze zijn er stil van; 20.000 uren is best veel. ‘Der is in protte fan minsken frege’, erkennen ze. ‘En it is goed dat it no klear is. Mar we soenen is in oare kear wer sa dwaan.’